Een definitie van osteopathie

Hier wordt een definitie van osteopathie weergegeven zoals die beschreven werd in 1992 door het GCRO (General Council and Register of Osteopaths) Engeland. Deze definitie wordt vandaag als algemeen gangbaar aangenomen.

‘Osteopathie is een specifieke, onafhankelijke gezondheidszorg die het geïntegreerd functioneren van het individu bevordert door het herstellen, onderhouden en verstevigen van de homeostase in het neuro-musculo-skeletaal systeem. De evaluatie en de behandeling gebeuren door middel van de palpatie en manuele interventie. De filosofie van deze geneeswijze is gebaseerd op principes die voor het eerst werden gesteld door dr. A. T. Still’

Osteopathie is dus:

  1. Een onafhankelijke, specifieke gezondheidszorg die zorgt voor een verhoging van de kwaliteit van het leven, voor een pijnvermindering door het aanvatten van de oorzaak van het probleem en door te zoeken naar het primaire letsel
  2. Het herstellen, onderhouden en verstevigen van de homeostase: dit is een stimulatie van de zelfgenezende werking die ieder van ons in zich draagt.
  3. Een techniek die ingrijpt via het neuro-musculo-skeletaal systeem: via de buitenzijde wordt de binnenzijde hersteld.
  4. Een manuele techniek: een osteopaat gebruikt alleen zijn handen, zowel voor het onderzoek als voor de behandeling.
  5. Het volgen van de principes van dr. A. T. Still, grondlegger van de osteopathie (1828-1917).